Omgaan met kinderdoop en kinderzegen in de Tehuisgemeente

Aanleiding
Sinds 2012 staat op de actiepunten en besluitenlijst van de Algemene Kerkenraad: ‘Kinderdoop of zegen’. In opdracht van de AKR is een commissie, bestaande uit Daniëlle Lokin, Rob van Essen, Irma Gorissen en Dick Mak, eind 2016 hiermee aan de slag gegaan. Dit had als resultaat, dat er in de eerste helft van 2018 drie gemeentegesprekken zijn geweest over dit onderwerp. Het eerste gemeentegesprek was een korte geschiedenis van de doop aan de hand van beelden van baptisteria en kunst door de eeuwen heen, het tweede en derde gemeentegesprek bestonden uit een presentatie van en discussie over het denkstuk van de commissie, ‘Gedoopt of niet gedoopt is dat de question?’ Omdat er hierna nog vragen leefden, is er eind oktober een leerhuis in het Pand gehouden over de doop. Dit heeft erin geresulteerd, dat er op zondag 28 april 2019 een gemeentegesprek gehouden is over het voorstel van de kerkenraad om ruimte te geven voor de kinderzegen. Na bespreking ervan heeft de kerkenraad op 27 mei 2019 besloten ruimte te geven aan de kinderzegen zoals hieronder verder uiteengezet wordt.

De Tehuisgemeente kent de praktijk van de kinderdoop. Deze praktijk staat niet ter discussie. Bijna alle ouders laten hun kinderen dopen. Tegelijkertijd zijn er ook leden die er, om uiteenlopende redenen, voor gekozen hebben om hun kinderen niet te laten dopen. Ook worden er soms mensen lid van onze gemeente die hun kinderen in hun vorige gemeente hebben laten opdragen. Er is dus een aantal niet-gedoopte kinderen in de Tehuisgemeente.

Niet-gedoopte kinderen horen er helemaal bij in de gemeente. Maar terwijl ieder lid van de gemeente een aanduiding van lidmaatschap achter zijn of haar naam heeft staan (BL=belijdend lid; DL=dooplid; GL=gastlid), is dat bij niet-gedoopte kinderen niet het geval. Toch zijn ze net zo goed lid van de gemeente en onderdeel van het lichaam van Christus. In de praktijk van het gemeente-zijn levert het ontbreken van zo’n aanduiding geen problemen op, maar toch wringt het. Als niet-gedoopte kinderen helemaal bij de gemeente horen, moet dat ook in alles duidelijk zijn.

Een belangrijker vraag die daarmee samen hangt, is: als er ouders zijn die hun kind niet willen laten dopen, laten we dat dan gewoon zo, zoals dat tot nu toe de praktijk was, of zou het goed zijn om zulke ouders de gelegenheid te geven om hun kind te laten zegenen? De Protestantse Kerk in Nederland biedt die mogelijkheid. In het Dienstboek staat een formulier voor de ‘Zegening van zuigelingen op weg naar de doop’. Zo’n zegening laat zien: ze horen er helemaal bij. En net als bij de kinderdoop krijgen de ouders dan gelegenheid om hun geloof te belijden en te beloven dat ze hun kind christelijk zullen opvoeden. En de gemeente belooft om hen daarin te steunen en voor hen te bidden.

De opdracht om te dopen
Na zijn opstanding en voordat hij terugging naar zijn Vader in de hemel, gaf Jezus zijn leerlingen de volgende opdracht mee: ‘Ga dus op weg en maak alle volken tot mijn leerlingen, door hen te dopen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest, en hun te leren dat ze zich moeten houden aan alles wat ik jullie opgedragen heb’ (Matteüs 28:19-20a). In het hele Nieuwe Testament zie je dat mensen die in Jezus zijn gaan geloven gedoopt worden. Dat betreft soms hele gezinnen, Lydia en haar huisgenoten, de gevangenbewaarder en zijn huisgenoten (Handelingen 16:15,33).

In de kerkgeschiedenis werd deze opdracht om te dopen op verschillende manieren uitgevoerd. Voor de een was het vanzelfsprekend, dat alleen volwassenen gedoopt worden, omdat alleen zij hun zonden kunnen belijden en de keuze kunnen maken om te geloven (Marcus 16:16). Voor de ander sprak het vanzelf, dat ook kleine kinderen van gelovige ouders gedoopt kunnen worden, omdat zij er ook al in het Oude Testament helemaal bij hoorden (denk aan de besnijdenis), en omdat God werkt via sociale verbanden zoals het gezin (denk aan 1 Korintiërs 7:14, waar kinderen ‘geheiligd’ worden genoemd in de gelovige ouder(s)). Het klassieke doopformulier wijst op Handelingen 2:39: ‘want voor u geldt deze belofte, evenals voor uw kinderen en voor allen die ver weg zijn en die de Heer, onze God, tot zich zal roepen.’

Eén in Christus
De Protestantse Kerk in Nederland kent een dubbele dooppraktijk. Kleine kinderen kunnen gezegend worden en daarmee op de weg naar de doop gezet worden. De Tehuisgemeente is, net als de PKN, geen uniforme kerk, waar iedereen hetzelfde denkt. Ook over de doop. De verschillende standpunten over de doop zorgen ervoor, dat we van elkaar kunnen leren en oog blijven houden voor de dingen die er werkelijk toe doen. De erkenning van de eenheid in Christus, ondanks verschillende visies op de doop maakt, dat we als gemeente meer ‘de lengte en de breedte, de hoogte en de diepte kunnen begrijpen, ja de liefde van Christus die alle kennis te boven gaat’ (Efeziërs 3:18-19).
Steeds vaker wordt er gezegd: de manier van dopen en het tijdstip waarop is geen halszaak. Beide visies hebben bestaansrecht in de heilige, algemene christelijke kerk. J. van Bruggen zegt daarover: ‘Soms houdt het standpunt over de doop christenen verdeeld, terwijl ze gelijktijdig juist één zijn in de strijd voor geloof en wedergeboorte. Het zou jammer zijn wanneer verschil van mening over het tijdstip van de doop christenen blind zou maken voor wat hen verbindt in geloof en hoop en liefde’ (Jakob van Bruggen, Het diepe water van de doop, 72). ‘Bij de vragen rond het tijdstip van de doop geldt naar alle zijden, dat gedoopt of niet gedoopt zijn ons niet bij Christus brengt, maar geloof door liefde werkende en of men een nieuwe schepping is (Gal 5:6; 6:15)’ (Van Bruggen, 75).

De kinderdoop
Waarom hechten we als Tehuisgemeente aan de kinderdoop? Omdat daar volgens ons een goede bijbelse onderbouwing voor is. Denk aan de teksten die hierboven genoemd zijn (1 Korintiërs 7:14 en Handelingen 2:39, en de zgn. ‘huisteksten’, zoals Handelingen 16:15,33 en 1 Korintiërs 1:16). Eén van de gereformeerde belijdenisgeschriften zegt het zo (Heidelbergse Catechismus vr/antw 74): ‘Kinderen horen evengoed als de volwassenen bij Gods verbond en bij zijn gemeente.’ Zij krijgen ook dezelfde beloften als de volwassenen: ‘de verlossing van de zonden en de Heilige Geest, die het geloof werkt.’

Vooral de overtuiging dat we allemaal, van oud tot jong, deel uitmaken van het ‘verbondsvolk’, van de gemeenschap van gelovigen, van het lichaam van Christus, is belangrijk. Daardoor krijgt bij de kinderdoop het initiatief van God en wat hij belooft extra nadruk. God heeft ‘zijn verbond niet met losse individuen gesloten, maar met de gemeenschap van zijn volk. Bij de doop is het kind daarom begrepen in het geloof van de ouders’ (Paul Kurpershoek, Opbouw 3 maart 2006, jrg 50 nr 5). Een van de mooie dingen van de kinderdoop is, dat het laat zien dat God zich al aan het begin van je leven aan je verbonden heeft, en dat jouw keus voor hem een reactie is op zijn keus voor jou.

De kinderdoop is wel kwetsbaar op het punt van de geloofskeuze. De kinderdoop moet er niet toe leiden, dat de keuze voor God uitgesteld wordt of niet belangrijk wordt gevonden.

De volwassendoop
Zij die voor de volwassendoop kiezen, benadrukken heel sterk de persoonlijke geloofskeuze die vooraf moet gaan aan de doop. Dat zie je ook heel duidelijk in het Nieuwe Testament: eerst geloven en je zonden belijden, dan de doop (Marcus 16:16). Daarnaast zijn o.a. Romeinen 6:3-4 en Kolossenzen 2:11-12 belangrijke teksten, waaruit blijkt dat er sprake is van geloof bij degene die gedoopt wordt, en waarin de doop als ‘watergraf’ omschreven wordt, dat wijst op onderdompeling, niet op besprenkeling.

Waar kinderdopers uit de bovengenoemde ‘huisteksten’ (iemand wordt gedoopt met al zijn of haar ‘huisgenoten’) afleiden, dat er ook kinderen gedoopt moeten zijn, wijzen volwassendopers er op, dat door Jezus Christus een nieuw tijdperk is aangebroken, waarin alleen zij die God kennen en in Jezus geloven bij Gods volk horen en gedoopt mogen worden.

De volwassendoop is kwetsbaar, omdat het de vraag oproept: wat is de positie van de kinderen? Horen ze er echt bij? Kun je ze als gelovigen zien of kan dat pas als ze gedoopt zijn?

Kinderdoop als uitgangspunt, kinderzegen als gelijkwaardig alternatief
Als Tehuisgemeente staan we in de traditie van de kinderdoop en zijn we overtuigd van de waarde en de bijbelse inbedding ervan. Dat betekent overigens wel dat we serieus werk moeten blijven maken van de geloofsopvoeding in de kerk en ons in moeten blijven zetten voor het jeugdwerk. Net zoals de PKN spreekt over de zegening van zuigelingen op weg naar de doop, zo moeten wij spreken over de kinderdoop op weg naar de persoonlijke geloofskeuze. Het feit dat belijdenis doen steeds minder vanzelf spreekt, is iets waar we goed over na moeten blijven denken. Er is dus geen sprake van een vrij keuzemenu als we ook ruimte geven aan de kinderzegen naast de kinderdoop. We gaan er op basis van onze gereformeerde wortels van uit dat kinderen van de gemeente gedoopt worden. Daarnaast zien we de kinderzegen die moet leiden tot de doop, als een gelijkwaardig alternatief voor de kinderdoop, en daar geven we graag ruimte voor. Het is iets waar we ontspannen mee om kunnen gaan.

Naam en ritueel
In het formulier van de PKN wordt het woord ‘zegening’ gebruikt. In evangelische kringen wordt het doorgaans ‘opdragen’ genoemd. In de toelichting in het Dienstboek van de PKN kiest men niet voor de term ‘opdragen’, ook al heeft deze term bijbels gezien een mooie betekenis: ‘biddend aanbevelen bij God’. Maar het kan ook de betekenis krijgen van ‘aan de HEER geven’, of ‘aan de Heer aanbieden’, zoals bij Samuël (1 Samuël 1:28) en Jezus (Lucas 2:22). De kinderzegen heeft niet de betekenis van een offer, of dat je je kind afstaat aan de Heer. Daarom is in het dienstboek gekozen voor de term ‘zegenen’, dat een ‘biddend aanbevelen’ insluit (Dienstboek deel II, 58).

Jan Mudde wijst er in zijn artikelenserie ‘Ruimte voor een kinderzegen?’ (Opbouw, 7 november 2008, jrg 52 nr 22) op dat de doopdienst in onze traditie meer dan één functie heeft, namelijk:

– Het kind wordt in het midden van de gemeente gebracht
– De ouders worden in de gelegenheid gesteld om te beloven, dat ze hun kind tot Christus willen brengen, en de gemeente belooft om de ouders hierbij te steunen
– Door middel van een persoonlijke zegen wordt het kind zichtbaar aan Gods hoede en zorg toevertrouwd.

Deze drie aspecten kunnen een plaats krijgen in een ritueel waarin een kind een zegen ontvangt op weg naar de doop en waarin ouders beloven hun kind christelijk op te voeden.

Wij beschouwen alle kinderen in de kring van de gemeente als leden van de gemeente, of ze nu gedoopt zijn of niet. Voor gedoopte kinderen gebruiken we de term ‘dooplid’ (DL). Voor nog niet gedoopte kinderen kunnen we de afkorting ZL gebruiken (‘gezegend lid’).

Wat betreft het ritueel van de kinderzegen.
Eerst wordt er een korte uitleg gegeven over het waarom van de kinderzegen in een gemeente die in de traditie van de kinderdoop staat. In deze uitleg kan de motivatie van de ouders om hun kind te laten zegenen in plaats van te laten dopen meegenomen worden.

De vragen die vervolgens aan de ouders gesteld kunnen worden voorafgaand aan de zegening van hun kind, hoeven niet veel te verschillen van de vragen die bij de kinderdoop gebruikt worden:

– Geloven jullie dat God onze Vader wil zijn, en dat Jezus Christus door zijn sterven en opstanding de weg naar God weer heeft geopend, zoals we dat in de bijbel lezen?
– Geloven jullie dat …., net zoals wij allemaal, van Gods goedheid afhankelijk is, en de redding door Jezus Christus nodig heeft en de vernieuwing door de heilige Geest?
– Beloven jullie om …. Christelijk op te voeden, en aan hem/haar te laten zien wat betekent om kind van God te zijn door zelf de Heer Jezus na te volgen, zodat hij/zij leert om op God te vertrouwen en in Jezus Christus te geloven op het spoor van de doop gezet wordt?

Vraag aan de gemeente:
Bent u blij dat … lid van onze gemeente is, en wilt u zijn/haar ouders steunen door uw voorbede en voorbeeld, zodat het niet alleen thuis, maar ook hier in de gemeente, het evangelie van Jezus Christus hoort, en God als zijn/haar Vader leert kennen?

Gebed

Zegen
Ik zegen jou in de naam van de Vader, die jou gewild heeft en je beschermen wil; In de naam van de Zoon, die je vergeeft en je leven wil geven; In de naam van de heilige Geest, die je wil helpen om met God te gaan en toe te groeien naar de doop. Amen.

Bijbeltekst
Aansteken kaars
Lied
Aanbieden kinderbijbel (bij het eerste kind), zegenkaart en boekje.