Meditatie, 8 april

Stille Week

We bevinden ons midden in de Stille Week, de week die via Witte Donderdag, Goede Vrijdag en Stille Zaterdag uitloopt op de 1e Paasdag, de dag van Christus’ opstanding. Het is een week met veel kerkelijke vieringen, die nu allemaal niet kunnen plaats vinden. Geen gezamenlijke maaltijd en avondmaalsviering op donderdag. Geen ingetogen dienst op Goede Vrijdag, waarin we het lijden en sterven van Christus tot ons door laten dringen. Geen viering in de kring op zaterdagavond, waarin onder het zingen van ‘Als alles duister is’ de nieuwe Paaskaars wordt binnengebracht, en iedereen zijn eigen kaars aan de Paaskaars aansteekt.

Er zullen videodiensten online komen op donderdag-, vrijdag- en zaterdagavond. Zodat we als gemeente toch in zekere zin samen stil kunnen staan bij de instelling van het avondmaal, het gruwelijke verhaal van Jezus’ kruisdood, en we midden in de dood vol verwachting kunnen uitkijken naar het feest van het leven. Het blijft behelpen, een videodienst haalt het niet bij een echte viering waarbij je elkaar ontmoet, maar hopelijk helpt het om toch Jezus te volgen op zijn lijdensweg en sterven, op weg naar de opstanding en het nieuwe licht van Pasen.

We lezen deze dagen verder in het evangelie naar Lucas, zoals we ook de afgelopen weken gedaan hebben. Lucas vertelt heel indringend over de geestelijke strijd van Jezus in Getsemane (22:44): ‘Hij werd overvallen door doodsangst, maar bleef bidden; zijn zweet viel in grote druppels als bloed op de grond.’ Jezus, die voor niets en niemand bang is, die gekomen is om te dienen en zijn leven te geven als losgeld voor velen, wordt overvallen door doodsangst. Nu het bijna zo ver is, blijkt Jezus een echt mens, voor wie de gebeurtenissen die komen gaan geen formaliteit zijn, maar het uiterste van hem vragen. Vandaar ook zijn gebed: ‘Vader, als u het wilt, neem dan deze beker van mij weg’ (vs 42).

Jezus moet een bovenmenselijke inspanning plegen. Hoe dat voor hem geweest moet zijn weten we niet. Het is niet alleen de spot en de vernedering die hem te wachten staan. Niet alleen de gruwelijke executie door middel van kruisiging. Het is veel meer. Het is alsof het kwaad van de hele wereld het op hem voorzien heeft. Alsof al dat zinloze lijden van zoveel mensen op hem terecht komt. Alsof hij pas echt weet wat dat is, door God verlaten zijn.

En hij moet het alleen doen. #Niet alleen is een mooi initiatief in deze coronatijd. Maar dat geldt niet voor Jezus. Zelfs zijn meest trouwe vrienden die op dat moment bij hem zijn kunnen met geen mogelijkheid hun ogen openhouden en voor hem bidden. Alsof de duivel ermee speelt! Nu het erop aankomt, staat Jezus er alleen voor. Dat wil zeggen: geen mens kan hem meer volgen. Maar de hemel staat hem bij: ‘Uit de hemel verscheen hem een engel om hem kracht te geven’  (vs 43). Was Jezus dan toch #Niet alleen? Lukas vertelt niet, zoals Matteüs en Marcus, dat Jezus de volgende dag, als hij aan een kruis hangt, uitroept: Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten? Lucas heeft een ander uitroep van Jezus: ‘Vader, in uw handen leg ik mijn geest’ (Lc 23:46). Een uiting van vertrouwen en overgave aan God. Zo vertrouwen op God midden in het lijden, wie wil dat niet? We zijn niet alleen: God is erbij. En Jezus gaat ons voor: 

‘Krimpt ons angstig hart
onder eigen smart,
moet het met de ander lijden,
Jezus, geef ons kracht tot beide.
Wees Gij zelf het licht
dat ons troost en richt.’
(Liedboek 835, vers 3)

Dick Mak