Meditatie, 6 november

In de spagaat tussen zelfacceptatie en zelfontplooiing

Zodra we ’s ochtends wakker worden zal bij menig van ons via één of andere weg de buitenwereld zich gelijk aan ons opdringen. Of dit nu via de smartphone, de radio, de krant of de tv gebeurt. We worden continue geconfronteerd met informatie, meningen, en ogenschijnlijke eisen waar we aan moeten voldoen. Van alle kanten wordt er aan ons getrokken en veel mensen ervaren dan ook een hoge druk. Het lijkt erop dat we in een spagaat terecht zijn gekomen, zonder dat we de middelen hebben om eruit te komen. Enerzijds wordt bijvoorbeeld door de beweging die vecht voor inclusiviteit bepleit dat ieder mens goed is zoals je bent, in het hier en nu, zonder de noodzaak voor aanpassingen. Nu zullen zij heus niet zeggen dat iedereen dan perfect is, maar de onderliggende tendens om te benadrukken dat de mens goed is doortrekt de hele maatschappij. Het is bijna een taboe geworden om iets als negatief te duiden, omdat daarmee de hele mens zou worden afgeschreven. Anderzijds is er een sterk pleidooi voor rechtvaardigheid. We protesteren, ondertekenen petities, stichten organisaties en politieke partijen, starten rechtszaken en moedigen elkaar aan om voor onszelf op te komen, alles om te zorgen dat de zaken ‘eerlijk’ verlopen en degene die ergens schuldig aan zijn boeten voor wat zij hebben gedaan. Vanuit dat oogpunt hebben we geen moeite om elkaar te wijzen op tekortkomingen. Ook bedrijven maken slim gebruik van onze tekortkomingen en bieden hun producten of diensten aan in het licht van de zelfontplooiing. Je kunt altijd beter worden dan je op dit moment bent, je échte ik ligt nog verborgen en alleen jij kan jezelf tot bloei laten komen. En zo raken we in een spagaat tussen zelfontplooiing – fitter, sterker, zelfstandiger, kwetsbaarder, menslievender worden – en zelfacceptatie – omarm wie je bent en gooi al je gevoelens van schuld, schaamte en onvolmaaktheid uit het raam.

In deze ogenschijnlijk onoverkomelijke spagaat biedt God een helpende hand. Bij Hem is zowel ruimte voor onze tekortkomingen als voor het goede in ons. Waar de evolutietheorie vertelt hoe we zijn geworden en stopt bij het feit dat we zijn, gaat het christelijk geloof verder dan dat. Ik denk niet dat de evolutietheorie en het christelijk geloof elkaar per se hoeven uit te sluiten. De Bijbel vertelt namelijk niet hoe we zijn ontstaan, maar gaat over de zin van dat bestaan. Het goede in de mens – wat leidt tot de roep tot zelfacceptatie – en het slechte in de mens – wat leidt tot de roep tot zelfontplooiing – zien wij dagelijks om ons heen. Maar hoe verhoudt dit zich tot elkaar? De Bijbel vertelt ons dat God ons naar Zijn beeld heeft gemaakt, onafhankelijk van hoe dat dan precies gebeurd is. Dit betekent dat de mens door-en-door goed is. Dit is een aanvulling op de evolutietheorie, die enkel verklaart waarom de mens zelfzuchtig is: alles is gericht op overleving. Dat de mens is geschapen naar Gods beeld verklaart waarom er dan toch ook zoveel goeds en onzelfzuchtigs in de wereld te zien is. Dit is het evenbeeld van God dat in ieder mens aanwezig is. Maar omdat de goedheid van de mens vanuit het lijken op God komt, wordt het moeilijker om dit vol te houden als je niet meer met God in contact staat. Datgene wat de mens goed maakt, wordt dan namelijk van ons weggehouden. Zo ontstaat er ruimte voor datgene in ons wat niet goed is om tot bloei te komen. Het slechte in de wereld, wat we net als het goede dagelijks zien, komt zo tot uiting. Dit doet niet af aan het feit dat de mens in zichzelf helemaal goed is gemaakt. In elk mens is iets van die goedheid zichtbaar die God in ons heeft gelegd. Hoe meer tijd we met God doorbrengen, hoe meer dat goede – waarin we op God lijken – tot uiting kan komen. Maar hoe helpt dit in de spagaat van zelfontplooiing en zelfacceptatie, is dit nu niet alsnog aan de orde? Het antwoord daarop zit in de zelf van zelfontplooiing en zelfacceptatie. Als het allemaal uit onszelf moet komen is het een zware last. Jezelf volledig accepteren staat immers haaks op de noodzaak tot zelfontplooiing. In de relatie met God komen deze ontplooiing en acceptatie juist bij elkaar. Vanuit die liefdevolle relatie, als we die willen aangaan, heeft God door zijn Zoon onze schuld voor wat niet goed is in ons leven weggenomen. We zijn dan al volledig geaccepteerd ((zelf)acceptatie) en mogen in relatie met God steeds meer op Zijn beeld gaan lijken ((zelf)ontplooiing).

Liefdevolle en trouwe God. We danken U voor uw overvloedige liefde waarin U ons mensen heeft gemaakt. Uw liefde is zo groot dat U óns maakte om die liefde mee te kunnen delen. En U laat ons nooit los. Dat heeft U laten zien in het offer van uw Zoon. Alles in ons wat niet lijkt op U rekent U ons niet aan. Wat een zegen, wat een vrijheid, om te weten dat U ons volledig accepteert zoals we zijn. Juist als we dat zelf misschien zo moeilijk vinden. Heer wilt U ons helpen om onze waarde bij U te zoeken. En als we ernaar verlangen om te groeien, wilt U geven dat we de kracht daarvoor aan U vragen. Want U bent oneindig genadig en liefdevol en U zal wie vraagt nooit in de kou laten staan. Amen.

*Mocht je nog wat verder bij het thema willen stilstaan, dan kun je hieronder wat suggesties vinden.

Verwerkingsvragen:

  • Wat heb jij nodig om je geaccepteerd te voelen?
  • Op welke manier zou je God kunnen betrekken bij de dingen die je aan jezelf zou willen veranderen?

God heeft ons elkaar gegeven om samen te groeien in geloof. Kijk eens of je je antwoorden met iemand zou kunnen delen die je er af en toe naar kan vragen. Ik merk zelf dat ik in de drukte van het leven vaak al snel weer mee ga in de roep vanuit de wereld tot zelfacceptatie en zelfontwikkeling.

Liedsuggesties:

Mocht je creatief zijn, maak dan eens een tekening, schilderij, borduurwerk, collage, filmpje (etc.) wat weergeeft hoe jij eruit ziet in Gods ogen.

Nathasja Hooiveld – Meijer