Meditatie, 30 juni
Gelukkig onder alle ellende?
‘En dat niet alleen, we prijzen ons zelfs gelukkig onder alle ellende’. Deze zin kwam voorbij in de bijbellezing van afgelopen zondag. Ik heb daar in de verkondiging verder niet bij stilgestaan, omdat ik Romeinen 5:1-5 had gekozen als voorbeeld van een tekst waarin God als de drie-ene naar ons toekomst. We leven in vrede met God (de Vader) door onze Heer Jezus Christus, en we ervaren die vrede, of anders gezegd Gods liefde door de heilige Geest die ons gegeven is.
Maar dat zinnetje blijft wel haken bij mij: gelukkig onder alle ellende. Mooi gezegd, maar werkt dat wel zo? Wij prijzen ons gelukkig als ons ellende bespaard blijft, of als we er na een moeilijke tijd er weer bovenop komen. Maar als we er midden in zitten voelen we ons niet erg gelukkig, denk ik.
Nu prijst Paulus zichzelf ook niet gelukkig ómdat hij midden in de ellende zit, maar óndanks dat. Hij geeft eerlijk toe: ook al leven we in vrede met God door Jezus Christus, ook al hebben we hoop voor de toekomst, daarmee is de ellende niet uit het leven van vandaag verdwenen. Hoe ga je daarmee om als christen?
Paulus zegt: die ellende doet iets met je. Ellende leidt tot volharding. Dat is geen automatisme. Ellende kan mensen ook breken, wanhopig maken, opstandig. Waarom beweert hij dat dan? Dat je door ellende leert volhouden. Dat je er ‘betrouwbaarder’ van wordt, sterker in het geloof. Dat je er hoopvoller door wordt. Het kan toch ook heel anders lopen?
Wat alles anders maakt is: dit hele proces wordt omgeven door de drie-ene God. Door de vrede met God, de genade van onze Heer Jezus Christus, en de heilige Geest die in ons is en ons Gods liefde doet ervaren. Je bent zelf helemaal betrokken bij dat proces van volhouden, een stabieler geloof krijgen en een sterkere hoop. Maar het wordt gedragen door de drie-ene God, en dat maakt dat Paulus er zo zeker over durft te praten.
Afgelopen week hoorde ik over iemand die zo’n proces doorgemaakt moet hebben. Die veel ellende in haar leven heeft ervaren. Die, om met Lied 730 te spreken, ‘langs de straten van de pijn’, ‘langs de wegen van het lijden’, ‘door het woud der eenzaamheid’ gegaan is. Maar het geloof behouden heeft, en het nooit heeft opgegeven te hopen op Gods toekomst. Dan denk ik niet: als zij het kan, kan ik het ook. Maar ik denk wel: als de drie-ene God ook mij draagt, wie weet kan ik het dan ook wel. Ik ga daardoor niet verlangen naar meer ellende. Maar ik ga wel meer verlangen naar Gods aanwezigheid, zijn vrede, zijn genade en zijn liefde.
Dick Mak