Meditatie, 29 mei

Eenheid

Het is mooi om te zien dat er zoveel solidariteit is in deze crisistijd. Mensen kijken naar elkaar om, en ook tussen landen gebeuren er mooie dingen. Er zijn ook andere signalen: gehamster, en zuinig de hand op de knip houden. Wil Nederland andere landen die zwaarder getroffen zijn door deze crisis echt helpen, of alleen noodgedwongen en na veel gedoe waardoor de onderlinge verhoudingen in Europa er niet beter op worden?

Je kunt je over beide verbazen: de reflex om anderen te helpen, en hoe makkelijk het is om ruzie met elkaar te krijgen. Als Paulus het in Galaten 5 heeft over ‘de werken van het vlees’, ‘wat onze eigen wil allemaal teweegbrengt’, noemt hij heel wat voorbeelden, en opvallend veel daarvan hebben te maken met verstoorde verhoudingen: vijandschap, tweespalt, jaloezie en woede, gekonkel, geruzie en rivaliteit, afgunst (vers 20-21). In de gemeente in Galatië is dat blijkbaar een probleem: ‘Maar wanneer u elkaar aanvliegt, pas dan maar op dat u niet door elkaar wordt verslonden’ (vers 15). Dat liegt er niet om, en is ook heel herkenbaar.

De heilige Geest wil precies het tegenovergestelde. ‘Span u in om door de samenbindende kracht van de vrede de eenheid te bewaren die de Geest u geeft’, staat er in Efeziërs (4:3). Die eenheid moet je dus bewáren. Je hoeft die eenheid niet te scheppen, want die is er al. Het is de eenheid ‘die de Geest u geeft’. Een cadeau van de heilige Geest, waar we alleen maar dankjewel op hoeven te zeggen.

En waar we goed op moeten passen natuurlijk. Die eenheid moet ‘bewaard’ worden. En dat vraagt inspanning. Dat het inspanning vraagt komt door ‘wat onze eigen wil allemaal teweegbrengt’ aan ruzie en jaloezie. Dat ligt niet aan die eenheid. Die spreekt vanzelf, want we hebben dezelfde hoop, dezelfde Heer, hetzelfde geloof, dezelfde God en Vader, om een paar dingen te noemen (Efeziërs 4:4-6).

Dat is één van de mooie dingen van Pinksteren: eenheid. Als gelovigen vormen we een eenheid. Alleen zien we dat vaak niet, omdat we verschillen uitvergroten, moeilijk kunnen vergeven, en graag gelijk willen hebben of de ander het succes misgunnen. Gelukkig merken we in Nederland dat we elkaar als christenen nodig hebben. Maar ook als we dat niet merken, is het bewaren van de eenheid belangrijk. Het is iets wat de Geest ons geeft. Laten we er dus zuinig op zijn.

En het is ook een signaal naar anderen toe. Vorige week schreef ik iets over Psalm 34: ‘Proef, en geniet de goedheid van de HEER’ (vers 9). De goedheid van de Heer proef je mede door de omgang met anderen die van Gods goedheid genieten. In diezelfde psalm worden mensen die bij de Heer horen opgeroepen het kwade te mijden, te doen wat goed is, en vrede na te jagen. Zodat nog veel meer mensen Gods goedheid kunnen proeven en bij hem schuilen.

Dick Mak