Meditatie, 26 februari 2021

Sterken en zwakken.

In ons geloof ligt vaak sterk de nadruk op: er zijn voor anderen, zorg voor de arme en zwakke. Wij moeten opkomen voor verdrukten, armen. Het evangelie geeft daartoe ook veel aanleiding.
Als het vaak gaat over hoe we solidair moeten zijn met de zwakken, dan kan dat ook ongewild en onbedoeld een identiteitsaanduiding worden voor: “wij de sterken”. De zwakken zijn dan ons object van ons goed doen, maar wij behoren zelf niet tot die “zwakken”. In het verhaal van bijvoorbeeld de barmhartige Samaritaan identificeren we ons met de Samaritaan en niet met de gewonde.

Maar als je zelf zwak bent…
De vraag is ook wat deze nadruk met je doet als je je de zwakke voelt. Door mijn eigen gezondheidssituatie,  kom ik mezelf vaak tegen als de zwakke, afhankelijke WAO’er.  Terwijl heel mijn verlangen ook uit gaat naar sterk willen zijn en er voor anderen willen zijn, want dat voelt heel wat beter dan afhankelijk en kwetsbaar zijn. Een appel om er zijn voor de anderen kan dan zelfs pijnlijk voor je zijn; je wilt graag actief worden en je inzetten maar je fysieke zwakheid verhindert dat voor een belangrijk deel. Je kan je soms zelfs buitengesloten voelen omdat je niet bij de sterken behoort, die goed willen zijn voor zwakken.

Identificatie.
Als ik naar Jezus kijk dan identificeert hij zich met de zwakke en de arme en is hij kritisch op de machtige en bevoorrechte mensen.  Hij “de machtige” wordt doelbewust  zwak zodat hij naast ons kan staan (heeft zichzelf ontledigd  Filp. 2:6-8))  Niet uit een gevoel van meerderwaardigheid maar uit radicale solidariteit en vereenzelviging met de zwakke. Hoe radicaal de identificatie van Jezus is blijkt wel uit zijn uitspraken in Mattheus 25:35  ( Ik was naakt..,  Ik zat in de gevangenis…, Ik was ziek …. en Ik had honger..).

Spiegel.
Het evangelie houdt ons ook een spiegel voor dat we allemaal afhankelijk zijn en dat we verlossing nodig hebben; dat we Jezus nodig hebben om in een open en vrijmoedige relatie met God te treden.  We moeten erkennen dat we allemaal zwak en afhankelijk zijn. Juist in zijn zwakheid wil Paulus bijvoorbeeld roemen omdat Christus kracht dan openbaar wordt ( 2 Cor 12:10 “als ik zwak ben, ben ik machtig”).  Veel zelfhulpgroepen werken effectief omdat het verschil tussen zwakken en sterken wegvalt en dat geeft een radicale verbondenheid en gelijkwaardigheid.  Als de geboden hulp gebeurt in de trant van: “wij sterken die de zwakken helpen” dan wordt de zwakke vooral bevestigd in zijn identiteit van zwakke en de sterke in zijn identiteit van de sterke en dat voelt beroerd voor de zwakken. Jezus onderwijs wijst ons ook daarin ( door de erkenning en het benoemen van eigen zwakheid en kwetsbaarheid en radicale vereenzelviging met de zwakke) de weg ten leven voor sterken en zwakken.

Peter Dijkstra