Meditatie, 25 maart

Vertrouwen

Het was fijn dat Paul Witteman het hardop uitsprak vorige week vrijdagavond tijdens DWDD: ‘ik ben bang.’ Ik denk dat hij daarmee de gevoelens van veel mensen verwoordde. Witteman zei dat hij de hele dag het nieuws over corona volgde, ook al wist hij dat dat heel onverstandig was, en daar bang van werd.

Ik heb dat ook, dat ik steeds weer wil weten hoe de laatste stand van zaken is. Met spanning en verwachting kijk ik uit naar de dag dat het aantal mensen dat in Nederland dagelijks door het coronavirus overlijdt gaat dalen, en het aantal besmettingen gaat afnemen. Ik wil geruststellende woorden horen. Bijvoorbeeld dat er bijna altijd sprake is van ‘oversterfte’ tijdens het griepseizoen. In 2017-2018, toen ik voor het eerst in 20 of 30 jaar weer een stevige griep had, bedroeg de oversterfte zo’n 9000. Gelukkig, denk ik dan, dat aantal hebben we nog lang niet gehaald, en gaan we hopelijk ook niet halen. Tegelijk: wat hebben zulk soort cijfers voor zin, als iemand van wie jij houdt overlijdt door het coronavirus, en er nauwelijks ruimte is om afscheid te nemen?

Maar het is niet alleen het coronavirus dat bedreigend is en veel mensen raakt. Het is ook de economische recessie die het gevolg is van alle beschermende maatregelen om verspreiding van corona tegen te gaan, die angstig maakt. Hoe ziet de wereld er over drie maanden of over een half jaar uit? Hoe zal het zijn in Nederland? Het kabinet trekt miljarden uit aan steun, en de woorden van minister Koolmees klinken geruststellend, maar ik heb al heel wat voorbeelden gehoord van mensen die daar niet van gaan profiteren, en die gewoon hun baan en inkomen kwijt zijn.

Angst. Bezorgdheid. Wat zei Jezus daar ook al weer over in de Bergrede? ‘Wie van jullie kan door zich zorgen te maken ook maar één el aan zijn levensduur toevoegen?’ Weinig gedeeltes in de bijbel zijn zo duidelijk als deze woorden van Jezus, maar weinig gedeeltes zijn ook moeilijker om je eigen te maken en naar te leven. Geloof ik écht wat Jezus daar zegt? Dan hoef ik niet bezorgd te zijn. En nog beter, dan heb ik mijn handen vrij om me bezig te houden met Gods nieuwe wereld en te doen wat God van mij vraagt. Dan zal God mij al die andere dingen ook geven (Matteüs 6:33).

Klinkt allemaal mooi. Maar dat nare gevoel blijft. Dat gevoel van: als dit maar voorbij is, dan wordt alles beter. Dan kunnen we puin ruimen en weer opbouwen. Dan wordt alles weer normaal. En toch is dat wat ik graag wil: leven in vertrouwen op God. Dat is ook veel beter voor een mens. Je leeft er lichter door. Je mat jezelf niet af door angsten en zorgen, en je houdt energie over om bezig te zijn met wat het allerbelangrijkste is: leven in het nu, vandaag God liefhebben en je naaste als jezelf. Dat geeft energie. En de toekomst? Die komt vanzelf. En die is in Gods hand.

Dick Mak