Meditatie, 24 april

U kent mij

Psalm 139

Aan het begin van de coronacrisis dacht ik nog: hé, dit wordt een soort van vakantie! Geen vergaderingen ’s avonds, geen schoolbezoeken of workshops. Lekker vroeg naar bed en dan lekker uitslapen, want reistijd heb je niet.
Helaas blijkt dat niet zo te werken. Voor mij niet, voor waarschijnlijk de meeste mensen niet. Ik las in een artikel in Trouw dat de meeste mensen slechter slapen in deze tijd. Veel mensen komen moeilijker in slaap, hebben last van heftige dromen, worden ’s morgens té vroeg wakker. En heel veel mensen zijn overdag erg moe. Het is de stress. We maken ons zorgen over gezondheid van familie, over ons inkomen, over de wereldeconomie, de toekomst. Het leven is ineens zo onzeker geworden, en niemand weet hoe het af gaat lopen.
In deze tijd helpt het mij om Psalm 139 te lezen. Een stem uit een ver verleden, een andere tijd, een ander land. Maar zo fris, zo helder, zo eerlijk, dat je de meeste woorden zomaar mee kunt zeggen. En dat je op die manier door David voor je kunt laten bidden.

HEER, u kent mij, u doorgrondt mij,
u weet het als ik zit of sta,
u doorziet van verre mijn gedachten.
Ga ik op weg of rust ik uit, u merkt het op,
met al mijn wegen bent u vertrouwd.
Hoe zou ik aan uw aandacht ontsnappen,
hoe aan uw blikken ontkomen?
Al verhief ik mij op de vleugels van de dageraad,
al ging ik wonen voorbij de verste zee,
ook daar zou uw hand mij leiden,
zou uw rechterhand mij vasthouden.
Al zei ik: ‘Laat het duister mij opslokken,
het licht om mij heen veranderen in nacht,’
ook dan zou het duister voor u niet donker zijn –
de nacht zou oplichten als de dag,
het duister helder zijn als het licht.

U kent mij, Heer. U weet waarvan ik wakker lig.
Ook in het donker laat u me niet alleen.
U zit naast me, u pakt mijn hand.
U beschermt mij en allen die me lief zijn,
tot de ochtend, en daarna.

Gebed:
Heer, laat mij uw aanwezigheid ervaren.
Geef me rust in de nacht.
Wees mijn licht in het donker.

Corien Oranje