Meditatie, 22 januari

“Geloven” doen we allemaal.

Er is iets aan de hand met de term “geloof “ an sich. Christenen gebruiken dit woord en hebben de neiging zichzelf als gelovigen te beschouwen en anderen als niet- of  ongelovigen.  Het woord geloof staat hiertegen over weten.  Het woord kan iets  verontschuldigend krijgen zo van  “wij geloven en anderen weten het (zeker)”.
Maar elk mens heeft geloofsveronderstellingen over vrijheid en gebondenheid,  zin en onzin van het leven, over goed en kwaad en wat we waarderen en aanbidden.  Iedereen hanteert een wereldbeeld dat wetenschappelijk niet te verifiëren valt.

Secularisatie of in andere dingen geloven.
De term secularisatie wordt gedefinieerd als het proces van ontkerkelijking en de terugdringing van religie in de maatschappij. Deze theorie houdt in dat naarmate een samenleving moderner wordt de betekenis van religie in die samenleving afneemt. (Max Weber)  De vraag  is of dit een juiste theorie is. Het  veronderstelt namelijk dat religie een soort primitieve stadium is, in een zich ontwikkelde (rationalistische) maatschappij   De massale secularisatie die heeft plaats gevonden en nog steeds doorgaat lijkt deze theorie te bevestigen.
Feitelijk is het christelijk geloof niet verloren gegaan maar vervangen door andere idealen en ideeën en afgoden. De  tijdgeest is meestal verborgen en je hebt het niet door dat je door iets wordt gedreven. Meestal geloof je niet in de tijdgeest maar is het iets wat je automatisch overgedragen krijgt in films, ontmoetingen, reclame, onderwijs, magazines, boeken etc.. De secularisatietheorie is dan een beperkend en verhullend gezichtspunt en is ook zelf weer gebaseerd op een geloofsveronderstelling.

Romeinen 1 : 25.
Paulus schrijft in Romeinen 1:25 dat mensen als God niet meer vereren dat ze dan de gaven gaan vergoddelijken. We doen dat omdat we geschapen zijn als mensen met een ethische, esthetische, zingevende en religieuze dimensie. Die dimensie kan ook ontkend worden maar alle culturen hebben in de geschiedenis een vorm van religie aangehangen. Ook de meest atheïstische regimes kenden na verloop van tijd een religieuze cultus van bijvoorbeeld van leiderschap.

Het einde van de religie?
Veel mensen in onze samenleving denken dat we het tijdvak van de religie nu wel hebben gehad.  Maar veel dingen hebben een religieuze dimensie; onze verwachtingen van techniek, economische voorspoed en vooruitgangsgeloof  is al een vorm (verborgen) religie geworden. Maar in wezen kan alles een religieuze dimensie krijgen. Ook een sport theater een museum, kunst, geld, sexualiteit ras, natie, ego, consumptie,  geluk en genot etc. Op zichzelf genomen geen slechte zaken maar alleen als ze als gave worden genoten van de schepper.
Feitelijk kun je eigenlijk niet niet-geloven;  je gelooft altijd ergens in. Religie niet zozeer een behoefte maar een wezenskenmerk van de mens net zo goed als bijvoorbeeld moraal dat is.

“Ik kan niet meer geloven”
De uitdrukking “ik geloof niet meer”  is in dat licht dan een verhullende uitspraak en het betekent veelal ik geloof in ( onuitgesproken en veelal onbewust ) iets anders.  Ik hoor ook wel eens de uitdrukking “ik kan niet meer geloven”. Ook dat is een verhullende uitspraak vaak geloof je dan in andere dingen, maar ben je je daarvan niet bewust.

Ja;  en wat heb je hieraan?
Je kunt je afvragen wat heb ik aan dit inzicht voor mijn geestelijk leven. Dit gezichtspunt kan ongelooflijk veel uitmaken voor ons zelfverstaan. We zijn niet een raar clubje mensen die “nog” geloven en niet meer van deze tijd zijn. ( de blik van buiten die we soms zelfs deels verinnerlijkt hebben). Nee we zijn een gemeenschap van mensen die ergens welbewust in geloven in deze moderne tijd en het gesprek durven aangaan met elk ander “geloof”.  Ook al erkent en herkent die ander zijn eigen ideeën over het leven niet als een vorm van geloof.
Maar ook in het omgaan met twijfels aan ons eigen geloof kan dit inzicht veel uitmaken. Het wordt dan een proces van uitfilteren welke geloofsveronderstellingen met elkaar in strijd zijn en wat de bronnen ervan zijn.

De invloed van de tijdgeest op ons.
De tijdgeest heeft natuurlijk invloed op ons en ook hoe we geloven. Het is niet voor niets dat de apostel Johannes (4:1 ) ons oproept de geesten te beproeven. Dus moeten we ontdekken waardoor die tijdgeest wordt bewogen en wat ons drijft. Als we dat onvoldoende doen dan treden er 2 soort gevolgen op.
1. Er treedt dan een groot verschil op tussen expliciet geloof op zondag en het impliciete geloof door de week. Er gaat een verschil ontstaan tussen de inhoud van ons geloof en daar waar we feitelijk in geloven.
2. Vermenging van tijdgeest met geloof. Of ons geloof zelf vermengt zich met de tijdgeest. Een extreem voorbeeld hiervan is het “voorspoedevangelie”.

Niettemin gaat het proces natuurlijk altijd door en we kunnen ons niet onttrekken aan de invloed van de tijdgeest maar het is wel zaak steeds uit te zoeken waardoor we worden bewogen. Het is niet voor niets dat we bidden om  de verlichting met de Heilige Geest voor dit proces.

Reageer gerust op deze meditatie.

Peter Dijkstra