Meditatie, 2 april 2021

Pasen; dwaze liefde.

Het contrast kan niet scherper; op vrijdag rouw om de moord op Jezus en op zondag euforie om
Zijn opstanding. Het blijft met alle goede theologische duiding ook een mysterie welke weg God in
deze wereld is gegaan en wat dat voor ons betekent. Ik ken geen gedicht dat deze spanning zo
mooi verwoord als het gedicht van Martinus Nijhoff uit “Vormen” (1924).

De soldaat die Jezus kruisigde

Wij sloegen hem aan ’t kruis. Zijn vingers grepen
Wild om den spijker toen ‘k den hamer hief –
Maar hij zei zacht mijn naam en: ‘Heb mij lief -‘
En ’t groot geheim had ik voorgoed begrepen.

Ik wrong een lach weg dat mijn tanden knarsten,
En werd een gek die bloed van liefde vroeg:
Ik had hem lief – en sloeg en sloeg en sloeg
Den spijker door zijn hand in ’t hout dat barstte.

Nu, als een dwaas, een spijker door mijn hand,
Trek ik een visch – zijn naam, zijn monogram –
In ied’ren muur, in ied’ren balk of stam,
Of in mijn borst of, hurkend, in het zand,

En antwoord als de menschen mij wat vragen:
‘Hij heeft een spijker door mijn hand geslagen.’

Mysterie.
Het gedicht begint met onze collectieve daad en even later gaat het over wat ik deed. Het mysterie
kun je pas in de directe confrontatie met Jezus begrijpen niet vanaf een afstand. Niet zonder het
besef “maar ik ben ook verantwoordelijk voor de dood van Jezus”.

“De naakte waarheid; Mindblowing”.
Ik heb in een theatergroep gespeeld en bij een optreden in de open lucht moesten we ons
omkleden in een katholieke kerk ergens in het zuiden van het land. En ik sta op een gegeven
moment in mijn ondergoed in de kerk en plots valt mijn oog op een tekst op de muur:

“ Er schuilt in de mensen een gevaarlijke kracht; ze hebben God omgebracht”.

Deze naakte waarheid trof me daar zo diep dat ik dat 40 jaar later nog kan terughalen. En die
gevaarlijke kracht schuilt ook in mij. Vooral als Jezus me persoonlijk bij naam noemt en tegen me
zegt “Heb mij lief”. Je bewust worden dat jij de slagen aanbrengt en dat Jezus van ons houdt en
dat hij van ons vraagt die liefde te beantwoorden is eigenlijk niet te bevatten en gekmakend als je
erover nadenkt. “Mindblowing” zouden we vandaag zeggen.

Dan maar een dwaas.
“Dan maar een dwaas, maar dan wel achter Jezus aan” lijkt de dichter te zeggen; ik ben voorgoed
getekend door deze Jezus; hij heeft een spijker door mijn hand geslagen. Zo diep gaat dat; dieper
dan je gevoel, dieper dan je verstand, zelfs dieper dan je huid; het gaat dwars door je heen en je
kan er niet meer over zwijgen.
Het ritueel van het avondmaal is daarom ook zo raak en treffend; het leven van Jezus ( het brood:
“dit is Mijn Lichaam”, de wijn: “dit is Mijn bloed”) gaat dan ook symbolisch en letterlijk dwars door
ons heen.

Peter Dijkstra