Meditatie, 19 februari 2021

Ga jij nog ‘iets’ doen aan de veertigdagentijd?

“Ga jij nog ‘iets’ doen aan de veertigdagentijd?” Een vraag die ik in mijn studententijd steevast kreeg. Een vraag waar ik vaak eigenlijk nooit een antwoord op had. Ergens wilde ik wel ‘iets’ doen. Ik vond het mooi om bewust naar Pasen toe te leven. Om me echt bewust te zijn van de lijdensweg die Jezus voor ons is gegaan. En toch… het voelde vaak als iets doen, alleen maar om het doen. Het had dan vrij weinig te maken met God. Of het bracht mij ten minste niet dichter bij God. Ik was heel actief ‘iets’ aan het doen. Met de nadruk op ‘ik’.
Omdat dit me toch niet helemaal de bedoeling leek, zette ik me daarvan af. En dus deed ik heel passief ‘niets’. Het was niet per se een bewuste keuze. Ik had er ook geen concreet idee bij. Ik wilde vooral niet zomaar ‘iets’ doen. En bij gebrek aan tijd en motivatie om te bedenken hoe ik de veertigdagentijd wél wilde doormaken deed ik niets. Ik liet de veertigdagentijd maar een beetje aan me voorbijgaan. In de kerk op zondag stond ik er natuurlijk bijna als vanzelf wel bij stil. Maar zodra ik de kerk uitliep was het ook wel weer gedaan.
Actief iets doen of passief niets doen… beide zijn niet bevredigend. En dat komt omdat het beide gaat om iets wat ik aan het doen ben. Terwijl de veertigdagentijd nu juist gaat om wat Jezus doet. Hij koos er heel bewust voor om zijn lijdensweg te gaan. Dat wordt duidelijk in de verzoeking in de woestijn. De duivel laat Hem keer op keer zien: je hoeft dit niet te doen Jezus! Je bent machtig genoeg om die hele lijdensweg af te slaan. Maar Jezus trekt zich daar niets van aan. Hij hóeft inderdaad niet voor ons te lijden, maar Hij wíl het wel.
Wat een onvoorstelbaar groot cadeau mogen wij van Hem ontvangen. En daar zijn we nu juist niet zo goed in. Grote cadeaus ontvangen. “Ach dat had je toch niet hoeven doen!” zeggen we dan. Of we gaan iets soortgelijks terug doen, om te zorgen dat we weer quitte staan. Als we voor een verjaardag een luxe doos bonbons hebben gehad, dan zullen we de volgende keer ook niet met een goedkoop bosje bloemen aankomen. We vinden het ongemakkelijk om zomaar iets te krijgen. Om bij iemand in het krijt te staan. Dan gaan we liever zelf ook een stapje harder lopen. Dan is het tenminste weer eerlijk.
Maar met Jezus kunnen we nooit quitte komen te staan. We kunnen proberen om het evenwicht te herstellen, door heel actief ‘iets’ te gaan doen. Of we kunnen ons kop in het zand steken en passief ‘niets’ doen, zodat we het ongemak niet ervaren. Maar uiteindelijk verandert dat niets aan het feit dat het cadeau zo groot is, dat we het onmogelijk kunnen verdienen. Er zit niets anders op dan het met open armen te ontvangen en ‘dankjewel’ te zeggen.
Dus wat ga ik deze veertigdagentijd dan doen? Ik wil niet actief ‘iets’ doen, maar ik wil ook niet passief ‘niets’ doen. Ik denk dat ik dit jaar maar eens actief ‘niets’ ga doen. En dat is nu juist het aller moeilijkste wat er is. Alles los te laten en je bewust open te stellen voor God. En dan maar gewoon ontvangen. Zonder gelijk zelf van alles te gaan doen om het te snappen, voelen of beantwoorden. Deze lijdenstijd ga ik vasten van het ‘doen’ en aan Jezus voeten zitten om te ontvangen.

Nathasja Hooiveld-Meijer