Meditatie, 19 december 2021
Omzien naar elkaar
‘Motto van nieuw kabinet oogt sleets’, is de titel van het redactionele commentaar in Trouw van 16 december. Dat motto is: ‘Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst’. Mijn eerste reactie is: prachtig! Vooral het eerste deel: omzien naar elkaar. Ik word daar helemaal enthousiast van. Het is niet alleen bijbels, het is ook heel belangrijk voor het goed functioneren van een samenleving.
Volgens het redactionele commentaar getuigt dit motto nog niet van daadkracht. Misschien niet. Maar ik ben zo simplistisch om te denken: als we echt omzien naar elkaar, dan bloeit de samenleving op. Dan wantrouwt de overheid haar eigen burgers niet meer, en krijgen burgers weer meer vertrouwen in hun overheid. Daarmee los je echt niet alle problemen op, maar je krijgt wel een situatie waarin problemen aangepakt kunnen worden, en er weer positieve energie vrijkomt. Er hangt nu zoveel negativiteit rond de regering en politiek, dat ik er treurig van word.
Ik moet denken aan het lied van Maria. God ‘heeft oog gehad voor mij, zijn minste dienares.’ ‘Wie gering is geeft hij aanzien, wie honger heeft overlaadt hij met gaven.’ Dat is een van de mooie dingen van de periode van advent en kerst. We staan erbij stil dat door middel van Jezus God naar ons omziet. Hij heeft oog voor ons, juist voor degenen die het minst betekenen, die de minste invloed hebben.
Als wij beseffen dat God naar ons omziet door Jezus. Dat hij ons wil bevrijden van haat, uitbuiting, en onrecht. Dan motiveert dat ons enorm ook elkaar niet te haten of af te schrijven, maar juist lief te hebben en aandacht te geven. Om geen misbruik te maken van anderen, maar juist het goede te zoeken voor hen. Om anderen geen onrecht te doen, maar hen juist tot hun recht te laten komen.
Liefdevol omzien naar elkaar dus. Daar zit zoveel aan vast: proberen de ander te begrijpen, goed naar hem of haar te luisteren. Onze macht en invloed niet zien als iets dat we hoe dan ook moeten behouden, maar die gebruiken om het goede te doen, zonder ons druk te maken over onze (politieke) toekomst of positie. Onze rijkdom delen in plaats van daar krampachtig aan vast te houden.
Ik ga er vast veel te veel mee aan de haal, met dit prachtige motto. En de vraag is: kunnen de vier partijen die op het punt van omzien naar elkaar in de afgelopen vier jaar flinke fouten hebben gemaakt, dat in de komende regeerperiode rechtzetten en beter aanpakken? De tijd zal het leren. Hopelijk komen er wijze en kundige mensen in de regering die goed kunnen luisteren en samenwerken. Niet alleen met de tweede kamer, maar ook met allerlei andere partijen uit de samenleving.
De meeste van ons hebben weinig invloed op de landelijke politiek. Maar wij kunnen het omzien naar elkaar wel vorm proberen te geven in onze eigen leefomgeving. Dat zit vaak in heel kleine dingen, en die zijn soms al lastig genoeg. En wij kunnen vooral in deze adventsperiode tot ons door laten dringen hoe God naar ons heeft omgezien in Jezus. En hoe hij ook vandaag aandacht heeft voor ons en voor ieder mens. Jezus’ komst laat zien dat God met ons is. Door hem heeft God laten zien dat hij goed is, en dat hij alle mensen wil redden. Jezus ‘heeft zichzelf voor ons gegeven om ons van alle zonde vrij te kopen, ons te reinigen en ons tot zijn volk te maken, dat vol ijver is om het goede te doen’ (Titus 2:11,14).
Dick Mak