Meditatie, 16 juni

Zing voor de Heer

Niet iedereen houdt er van, van zingen. Zelf zingen, bedoel ik dan. Want luisteren naar andere mensen die zingen, of dat nu populair of klassiek is, dat gebeurt veel. Uit hoeveel radio’s en TV’s klinkt niet muziek? Er zijn heel wat mensen die sporten met koptelefoons op of oortjes in. Ik hou wel van muziek, maar niet als ik sport. Sporten en muziek luisteren kan ik op een of andere manier niet tegelijk doen.

Zingen is ook in kerkdiensten een vast onderdeel. Het is een manier om samen ons geloof te belijden, om God te eren, om te danken, te bidden en te klagen. Zingen heeft met geloofsbeleving te maken, die van persoon tot persoon kan verschillen. Hetzelfde lied vindt de een geweldig, terwijl een ander er misschien helemaal niet mee uit de voeten kan. Er zijn wat dat betreft heel wat smaken, zowel als het om de tekst gaat als wat betreft de melodie.

Maar als we weer fysiek bij elkaar komen op zondag met een klein deel van de gemeente, kan er niet gezongen worden. Anderhalf meter afstand is dan niet genoeg om de overdracht van het virus tegen te gaan. Voor sommige gemeentes een van de redenen om deze zomer nog niet bij elkaar te komen: wat stelt een kerkdienst voor als je niet mag zingen, maar een (klein) deel van de gemeente aanwezig kan zijn, en als de ontmoeting met elkaar na de dienst met koffie en thee niet mogelijk is? Als je uit volle borst wilt meezingen kun je beter thuis blijven, tenzij je de dienst volgt met mensen uit andere huishoudens. Zo groot zijn onze huiskamers nu ook weer niet.

Het boek Psalmen roept ons op om voor God te zingen. In Psalm 96 is die oproep heel breed: ‘Zing voor de HEER een nieuw lied, zing voor de HEER, heel de aarde.’ En dan gaat het niet alleen over mensen. ‘Laat de hemel verheugd zijn, de aarde juichen, de zee bruisen en alles wat daar leeft. Laat het veld verblijd zijn en alles wat daar groeit, laten alle bomen jubelen’. Zingen voor de Heer kan dus ook zonder woorden en zonder een vaste melodie. Het is ook niet gebonden aan een bepaalde plaats of aan een bepaald moment. De schepping looft God door te zijn wie zij is, overal en altijd.

Het hoeft dus in deze crisistijd, waarin veel muzikale activiteiten stil liggen en de kerken ’s zondags niet vol zitten met zingende mensen, niet stil te zijn. We kunnen God loven door hem te erkennen als schepper van alles, als de koning van hemel en aarde, als de rechtvaardige rechter. We prijzen God door goed met elkaar en met de schepping om te gaan. Dat is veel belangrijker dan zingen. Je kunt alleen maar op een goede manier voor de Heer zingen als je hele leven op hem gericht is.

Alle ruimte dus om voor God te zingen. Ook in een wereld waarin een virus rondgaat, en waarin nog veel onrecht is, zoals racisme en discriminatie. Als we ernaar uitkijken dat Heer komt om alles recht te zetten (‘Rechtvaardig zal hij de wereld berechten’), dan zijn wij er niet op uit om onrecht in stand te houden, maar hongeren en dorsten wij ook nu al naar gerechtigheid. Als we daar vandaag al iets aan kunnen doen, hoe klein ook, dan prijzen wij de Heer, en geven we ook andere mensen een reden om voor God te zingen.

Dick Mak