Meditatie, 15 januari 2021
Alles zelf doen, of toch God vragen?
*Onder deze meditatie staat een meditatie voor de kinderen.
We leven niet in een gemakkelijke tijd. Het lijkt wel of dat refrein zich steeds weer herhaalt. Het Corona virus, de berichten vanuit Amerika, de milieucrisis – en ga zo maar door. Er komt een hoop op ons af. En steeds meer mensen zijn er moe van.
In grote lijnen lijken er twee soorten reacties te zijn. Aan de ene kant is er de behoefte aan ruimte en aandacht voor de moeite, de eenzaamheid en het verdriet. Aan de erkenning dat het inderdaad pittig is wat we meemaken, voor ieder op een verschillende manier. We hebben tijd en ruimte nodig om die emoties te voelen, even bij de pakken neer te gaan zitten, om dan weer verder te kunnen. Aan de andere kant is er behoefte om al die negativiteit even te parkeren en ons te richten op het positieve. Het nieuws uit te zetten, de kranten opzij te leggen, en in gesprekken het onderwerp te laten voor wat het is. Omdat de focus op dit alles het alleen maar zwaarder maakt en er juist nu ook zoveel moois in de mens naar boven komt.
Ik denk dat beide benaderingen belangrijk zijn. Dat het stilstaan en de tijd nemen hand in hand kan gaan met het parkeren en richten op het positieve. Dit is een balans die ik steeds probeer te vinden. Een balans die ook vaak genoeg nog ver te zoeken is. Toen deze week bij de persconferentie de Lockdown werd verlengd en het sombere uitzicht voor de komende maanden uitgebreid uit de doeken werd gedaan, vroeg ik me af hoe ik het de komende maanden uit moest houden. En ik dacht na over hoe ik de balans kon vinden tussen aandacht voor de moeite en focus op het mooie.
Maar waar is God eigenlijk in dit verhaal? Verwacht ik, verwacht jij, ook nog wat van Hem? Proberen we alles zelf op te lossen of geven we God de ruimte om een verschil te maken in ons leven? Ik zou nog een derde benadering willen toevoegen: laten we God om hulp vragen!
Afgelopen week mocht ik in Steenwijk preken over Jozua 10. Hier wordt een verhaal verteld over een strijd waarin de Israëlieten hun bondgenoten de Gibeonieten te hulp schieten. Er was geen enkele mogelijkheid dat de Israëlieten zelf deze strijd konden winnen. Jozua weet dat maar al te goed en hij gaat dan in gebed naar God. Op wonderlijke manier komt God Israël te hulp. Je kunt het zelf nalezen als je wilt. In het hele verhaal wordt duidelijk dat het leger van Israël vecht, maar dat het God is die zorgt voor de overwinning.
Durven wij te bidden om zulk concreet ingrijpen van God? Of zijn onze verwachtingen van God niet zo groot? Richten wij ons liever op dat stukje wat ons eigen aandeel is. En wachten we dan maar geduldig af of God er wel of niet voor kiest om ook nog in te grijpen?
We kunnen dit verhaal uit het Oude Testament natuurlijk niet zomaar één op één op ons leven plakken. De verhoring van Jozua’s gebed staat in de context van de inname van het land Kanaän. Dat zijn gebed wordt verhoord, betekent nog niet direct dat elk gebed van ons ook op zo’n wonderbaarlijke manier wordt verhoord.
Maar Jezus leert ons wel dat ook wij mogen bidden. In Lukas 11 vertelt Hij een gelijkenis over een man die ’s nachts bij zijn buurman aanklopt om te vragen om hulp. En natuurlijk helpt hij, ook al is het midden in de nacht. Jezus wil daarmee zeggen dat we altijd bij God mogen aankloppen. Op elk moment van de dag en wat er ook in ons leven speelt. En Hij geeft ons het vertrouwen dat God áltijd zal antwoorden.
Toch vind ik het niet altijd gemakkelijk om daarop te vertrouwen. Lang niet al mijn gebeden zijn verhoord. Dat God altijd antwoord op onze gebeden, betekent nog niet dat Hij dat doet op de manier die wij verwachten of willen. Achteraf gezien is dat soms maar goed ook: het goede cijfer waar ik vroeger om bad terwijl ik niet had geleerd, was helemaal niet goed voor me geweest. Het was veel belangrijker om te leren dat ik mijn toetsen goed moest voorbereiden. Nu zijn er natuurlijk andere gebeden waar het veel moeilijker te begrijpen is dat God daar niet op antwoord. Bijvoorbeeld wanneer we bidden om genezing. Maar God kent ons door en door. Hij kent ons nog beter dan wij onszelf kennen. En God overspant de tijd. Waar wij maar een klein stukje voor ons uit kunnen kijken, weet Hij wat er is gebeurd, wat er nu gebeurt en wat er nog zal gebeuren. Hij weet precies wat we nodig hebben. We mogen erop vertrouwen dat God onze gebeden verhoort. Niet op de manier die we willen, maar op de manier die we nodig hebben.
Jezus belooft ons: als je bidt zul je ontvangen, als je klopt zal er open worden gedaan en als je zoekt zul je vinden. En wat we dan ontvangen is nog veel groter dan we zelf ooit hadden kunnen bedenken. We ontvangen dan de Heilige Geest. God geeft daarmee zichzelf. En dat hebben we harder nodig dan waar we ook om vragen. Zijn antwoord op ons gebed is op zijn minst dat Hij met ons meegaat. Wat er ook gebeurt. Daar kunnen we op vertrouwen. Als dat dan het minste is wat Hij ons geeft, dan teken ik daarvoor. Dat is in zichzelf als een onbeschrijfelijk wonder.
*Kindermeditatie:
Beloofd = Beloofd
Heb je wel eens aan een vriendje of vriendinnetje beloofd dat je altijd vrienden zult blijven? En dat je altijd voor de ander op zal komen?
Stel nou dat diegene op het schoolplein wordt gepest. Dan ga je natuurlijk helpen! Want je wil voor je vriendje of vriendinnetje zorgen. Dat heb je beloofd!
Maar misschien ben je ook wel eens bang om zelf gepest te worden. En durf je dan niet te gaan helpen. Soms lukt het ons niet om te doen wat we beloven. Ook al doen we nog zo ons best.
Maar God kan dat wel! Als God iets beloofd, dan doet Hij het altijd. Daar kun je van op aan. Beloofd = Beloofd.
God staat altijd voor je klaar. Dag en nacht. Je kan daarom altijd bidden. ’s Nachts in je bed, overdag als je thuis je schoolwerk doet, of ’s middags als je buiten speelt. En als je God iets vraagt, dan geeft Hij altijd antwoord.
Soms geeft hij misschien wel een ander antwoord dan je wilde. Net als papa en mama dat wel eens doen. Heb je wel eens gevraagd of je langer op mocht blijven? Nog even die kleurplaat afmaken. Nog even lekker kroelen op de bank. Of nog even een filmpje kijken. En dat papa en mama dan zeggen nee ga toch maar naar bed. Als je even later in je bed ligt denk je: misschien hadden ze toch wel gelijk. En al heel snel vallen je ogen dicht.
Je kan altijd bidden en vragen of God je wil helpen. Dan geeft Hij misschien een ander antwoord dan je wilde. Maar het is altijd het antwoord dat goed voor je is.
Nathasja Hooiveld-Meijer