Meditatie, 12 mei

Levende stenen

Het zag er in het begin van de crisis slecht uit. De ic’s liepen vol met coronapatiënten, en het aantal ic-bedden moest in een paar weken van 1150 naar 2400. En misschien zou zelfs 2400 niet genoeg zijn. Uiteindelijk hebben we de 1500 niet gehaald. En is het aantal coronapatiënten inmiddels gezakt tot onder de 500. Nu mogen de basisscholen weer open, en de kappers weer aan het werk. Maandag was op het journaal te zien hoe een kapper zijn deuren al om 24.00 uur zondagnacht opendeed, en de klanten toestroomden. Ben ik even blij met mijn thuiskapper!

Het is mooi dat er weer meer bewegingsruimte komt. Ruimte om adem te halen.Tegelijk vind ik het ook spannend. Houd ik mijn adem in. Wat gaat deze extra ruimte doen met het aantal besmettingen? Met het aantal coronapatiënten in de ziekenhuizen en met name op de ic’s? Of ben ik veel te bang en te voorzichtig? Ik ben blij dat ik deze beslissingen niet hoef te nemen. En heb respect voor de mensen die aan de ene kant de moed hebben om tot deze voorzichtige stappen te besluiten, en aan de andere kant het geduld hebben om niet te snel te gaan.

Wat betekent die extra bewegingsruimte voor ons functioneren als gemeente? Voorlopig nog niet veel. Wat betreft de diensten is de situatie nog onveranderd. We blijven in ieder geval deze maand en waarschijnlijk ook de komende maand nog webdiensten houden. Daarna komen er misschien mogelijkheden om op beperkte schaal bij elkaar te komen in het WLG. Maar gelukkig hangt het functioneren van de gemeente daar niet van af.

Petrus schrijft: ‘Voeg u bij hem, bij de levende steen die door mensen werd afgekeurd maar door God werd uitgekozen om zijn kostbaarheid, en laat u ook zelf als levende stenen gebruiken voor de bouw van een geestelijke tempel’ (1 Petrus 2:4-5a). Levende stenen, een mooi beeld voor de christelijke gemeente, met dé levende steen, Christus, als fundament. Stenen zijn op zich heel statisch. Een gebouw blijft altijd op dezelfde plaats staan. Maar deze stenen zijn levend.

Het begint met Christus, de levende steen bij uitstek. Hij is het fundament van de wereldwijde kerk, en dus ook van onze gemeente. Hij leeft, want hij is opgestaan uit de dood. Bij hem moet je zijn, want hij is de bron van het leven, en op hem kun je bouwen: ‘wie daarop vertrouwt, komt niet bedrogen uit’ (1 Petrus 2:6; Jesaja 28:16). Dat doet denken aan wat in Psalm 62 over God wordt gezegd: ‘Hij alleen is mijn rots en mijn redding, mijn burcht, nooit zal ik wankelen’ (vers 3). Springlevend, en niet omver te krijgen.

En omdat wij bij deze levende steen aangesloten zijn, worden we zelf ook levende stenen. Daar spreekt kracht en stabiliteit uit, die we ontlenen aan Christus, onze rots. Maar ook levendigheid en flexibiliteit, die we zo hard nodig hebben in deze crisistijd. We zijn geen betonblokken, die niet van hun plaats te krijgen zijn. Maar wendbaar en vindingrijk. Christus is overal te vinden. En ook al moeten we afstand houden tot elkaar, we kunnen toch steeds op allerlei manieren verbinding zoeken. We moeten niet kijken naar wat we missen, maar naar wat we hebben, en waar geen coronacrisis iets aan veranderen kan.

Dick Mak