Meditatie, 10 juli

Schuld en bevrijding

Er zijn veel dingen waar wij ons schuldig over kunnen voelen, ook al hebben wij er persoonlijk geen directe schuld aan. Er bestaat zoiets als collectieve schuld. In de kranten van vandaag kwam ik er zo al een paar voorbeelden van tegen. Al maanden is de Europese en Nederlandse betrokkenheid bij slavernij in het verleden in het nieuws. Net als ons koloniale verleden, en de misdaden die daarbij gepleegd zijn. Daar komt deze week de herdenking van de genocide in Srebrenica bij, die 25 jaar geleden plaats vond. En nog een ander bericht in de krant trof mij: langdurige armoede dreigt voor kwetsbare groepen in Nederland.

Maar dat is toch allemaal onze schuld niet? Wat kunnen wij daaraan doen? Daar hoeven wij toch niet onder gebukt te gaan? Het is inderdaad belangrijk om daar op  een goede manier mee om te gaan. Wij hoeven de schuld van de hele wereld, of die van de hele Nederlandse geschiedenis, niet op onze schouders te nemen. Maar we kunnen ook niet zeggen dat we er helemaal niks mee te maken hebben.

Al was het alleen al omdat dingen uit het verleden vandaag nog steeds doorwerken. Je hoeft je niet persoonlijk schuldig te voelen voor het slavernijverleden. Maar ook vandaag is er nog sprake van slavernij. Is mijn manier van leven daar indirect de oorzaak van? Laat ik mij laatdunkend uit over andere bevolkingsgroepen? En wat Srebrenica betreft: durven we onze rol eerlijk onder ogen te zien? De fouten die zijn gemaakt? Spreken we respectvol over de Nederlandse militairen die daar toen namens ons aanwezig waren? Zien we wat het met hen gedaan heeft? Erkennen we het leed dat er is aangericht in duizenden gezinnen in Bosnië?

En dat berichtje over langdurige armoede die dreigt voor kwetsbare groepen. Ook niet mijn schuld. Maar wat doen we eraan als samenleving? Ik werd getroffen door een interview met schrijver Babah Tarawally (ND, 10 juli 2020). Hij heeft het over de Afrikaanse Ubuntu-gedachte: ik ben omdat wij zijn. ‘Als iemand in een Afrikaanse gemeenschap een brood steelt omdat hij honger heeft, schamen wij ons. Want hoe kan het dat hij honger heeft en waarom heeft niemand dat gezien?’ Ook al kunnen wij er individueel misschien niks aan doen, er kan wel sprake zijn van collectieve schuld.

Dat is een heel bijbelse gedachte. Ik moet denken aan Psalm 130, prachtig verwoord en op muziek gezet in de versie van Psalmen voor Nu. ‘Als U niets dan zonden zag, / Heer, mijn God, / wie bleef in leven? Maar U wilt nu / juist vergeven. Dus verdient U / diep ontzag, / ons diep ontzag.’ Collectieve schuld. Maar ook vergeving. Bevrijding.

In Psalm 130 werkt schuld niet verlammend, maar leidt het tot vergeving en bevrijding. En dat is juist zo nodig. Want schuld afschuiven lijkt prettig, maar laat alles bij het oude. Ik kan er niks aan doen, dus hoef ik er ook niks aan te doen. Schuld erkennen, ook al is het niet op een directe manier jouw schuld, maakt je niet alleen lichter omdat het tot vergeving leidt. Het maakt je ook bereid om er, binnen de mogelijkheden die je hebt, iets aan te doen. Om het recht te zetten. En is dat niet waar alle mensen naar snakken: naar gerechtigheid? Naar gezien worden? Naar delen in de goede dingen die God geeft?

Dick Mak